Dag 12
Maandag 21 januari.
Vandaag geen tempels maar wel olifanten. We gaan met de tuktuk 45 km verderop naar het dorpje Habarana. Hier is de ingang van het Kaudulla National Park en het Hurulu Eco Park. Onze tuktukdriver heeft voor ons een jeep geregeld. Zijn vriend, die jeepdriver is in het park, staat een kilometer voor de ingang langs de kant van de weg ons op te wachten. Hij heeft tickets geregeld, 25 euro pp incl. privéjeep. Het is prachtig en al snel zien we er de eerste grazende olifanten in het struikgewas. Ze eten tussen de 250 kg gras en drinken 150 liter water per dag. Dus ook veel en grote drollen.
De Ceylon-olifant of Srilankaanse olifant is een ondersoort van de Aziatische olifant. Herkenbaar aan de kleine oren en hij is donkerder. De oren staan met de punt naar beneden en staan dichter tegen de kop. Daarom leven ze in dichtbeboste gebieden en kunnen ze in hoog gras grazen. Op Sri Lanka leven er ca. 5.000 van die prachtige goed beschermde dieren. In de Nationale Arken rondom Danbulla 1.500
De safari duurde drie uur en we hebben 25 van die prachtige olifanten kunnen bewonderen. In Kaudulla komen alleen olifanten voor en talrijke vogels die je niet ziet maar alleen kan horen. Geen andere grote dieren. Het is een echt olifantenreservaat.
Op de terugweg naar Dambulla hebben we weer een verkeersregel van Sri Lanka geleerd. Langs de kant van de weg stond een agent en die laseerde (jazeker ook hier) de tuktuk van Asa. Aan de kant gezet en hij reed 2 km te hard. De max. snelheid voor tuktuks is 40 km ph. De prent was 3.000 roepees = 15 euro. Dit is een vast bedrag voor een snelheidsovertreding. Of je nu 1 km of 30 km te hard rijdt, het is altijd 3.000 roepees. Bussen worden blijkbaar niet gelaserd want die scheuren als gekken.
Met enige vertraging dus waren we om drie uur weer terug in Dambulla. De hoogstebtijd voor de rijst met curry.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten