Translate our blog in your language.

Japan Kanto and Tohuku

Japan Kanto and Tohuku
Onze reis naar Noord Japan: Tokyo-Kanto-Tohuku (klik op de foto)

Wie zijn wij?

Wie zijn wij?
Wij zijn Henk en Jacqueline en wonen sinds 2012 op Bali. Wij gaan graag op ontdekkingsreis in Indonesie en andere landen in Azie

Welkom op ons blog

Welkom op ons blog

Aantal pageviews t/m vandaag

Aantal pageviews t/m vandaag

Totaal aantal pageviews t/m vandaag

Hot news

Een mijlpaal: Woensdag 23 december 2020
300.000 vieuws.

Translate our blog in your language

zaterdag 14 juni 2014

de "vette" brandstof

Brandstof is een vet gesubsidieerd goedje in Indonesië. De meeste auto’s rijden op benzine. Er rijden ook personenauto’s op diesel maar dat zijn er weinig. Het overgrote deel van de diesel wordt opgeslurpt door de autobussen en vooral de trucks. Doordat ze een vette zwarte walm achterlaten verraden zij op welke brandstof er gereden wordt. Als de truckchauffeur terugschakelt om met zijn weinige vermogen een molshoop op te geraken en op dat zelfde moment hangt er een motorrijder achter, die net op het punt staat 'm in te halen, dan wordt het leven van deze motormuis met een aantal jaren verkort door die vette rookpluim in te ademen. De benzine en de diesel kosten beide RP 6.500 en dat is omgerekend zo’n 40 eurocent per liter. En dan is er toch niet echt sprake van een vette prijs. In de motoren en de sekuters wordt dezelfde Premium benzine getankt als voor de auto’s. Er is wel een betere en schonere benzine, Pertamax, op de markt maar die wordt weinig getankt omdat ie 2x zo duur is als de Premium. Als er een voorraad is zal de uiterste verkoopdatum (als ie bestaat voor brandstof) nauwkeurig in de gaten moeten worden gehouden want veel zal er niet verkocht worden. Een vette opbrengst van deze superbenzine kunnen ze bij de pomp wel vergeten. Tanken voor de prijs van 40 cent is voor ons buitenlanders nog een feestgevoel. Wij moeten er niet aan denken dat we voor een tankbeurt 100 euro of zo moeten neertellen. Wel belangrijk hier bij de pomp is dat je in de gaten moet houden of de teller bij het begin van de tankbeurt op 0 staat want ze zijn altijd op zoek naar een extra zakcentje. Als wij naar Denpasar rijden dan passeren we diverse tankstations die allemaal de naam van Pertamina dragen. De meeste hebben een paal staan met de prijzen van de benzine en de diesel vermeld. Er zijn er ook een paar die op deze paal meer vermeld hebben dan de benzineprijzen. Er is er zelfs één die "elpiji" in de verkoop heeft. Het staat op dat bord, zonder vermelding van een prijs. Welke brandstof? Zeg het hardop en je denkt dat het autogas is. Nou mooi niet want ze bedoelen hiermee flessen butagas om bijv. op te koken. Maar volgens mijn oude buurman Jan schijnen er ook auto's op het gasgoedje op Bali rond te rijden want hij heeft wel eens zo'n tankauto gezien. Pertamina is de staatoliemaatschappij en daardoor ook gemakkelijk te subsidiëren. De overheid draagt vet bij om de armen ook een kans te geven te rijden op hun enige vervoermiddel… de motor. Andere "buitenlandse" oliemaatschappijen krijgen hier geen poot aan de grond en die zijn natuurlijk ook nooit bereid om de brandstof tegen deze lage prijzen te verkopen.
Hopelijk blijft de brandstof hier voorzien van een vette subsidie zodat wij nog steeds met plezier naar de pomp gaan en weer glimlachend kunnen wegrijden. Selamat jumpa....tot de volgende tankbeurt!

zondag 1 juni 2014

Het mobieltje

Het is hier op Bali niet anders dan elders in de wereld. Zonder mobieltje geen leven. 
Wij hadden vroeger geen telefoon en de buurman was de enige in de straat die ‘m wel had. Zo’n zwarte bakelieten met een draaischijf. Je moest erbij blijven staan want hij hing...in de gang. Soms wilden of moesten wij wel eens bellen en dan lagen we een kwartje bovenop het toestel. Bedank, buurman! Later kregen wij thuis wel telefoon maar dat ding moest wel zo veel mogelijk uit het zicht staan. Dus kwam ie in de kast op een onmogelijke plek. De enige manier om te bellen was gaan zitten op de leuning van de stoel van mijn vader en dan met het hoofd naar beneden bellen want de draad moest zoveel mogelijk uit het zicht zijn. Maar gelukkig in die tijd belden we niet vaak dus was het ongemak ook niet echt groot. Weer later werd het draaischijftoestel vervangen door een druktoetsenapparaat. Dat zag er wat strakker uit en dus mocht ie ook op een andere plek staan. Op een tafeltje naast de bank, dat belde een stuk fijner moet ik toegeven. En toen ging de tijd snel…de pc uit het privéPC-project van mijn werk kwam eraan. Dus stond er ineens een computer op de eettafel want dat was de enige plek waar ie de ruimte had. De printer er ook nog bij en de tafel was multifunctioneel gemaakt. Eten, krant lezen met de kat erbovenop en dus computeren. Erg traag dat ding maar toch….de toekomst had een nieuwe weg ingeslagen. En later kwamen de eerste mobiele telefoons met nog lang geen landelijke dekking. KPN was de eerste waarbij je in het gehele Holland kon bellen. 
Maar eerst hadden we nog de eerste autotelefoons…je weet wel zo’n grote bak tussen de voorstoelen en een grote sprietantenne op de achterklep van de auto. Mijn eerste mobieltje was bij de provider BEN……geen landelijke dekking maar ik woonde in Utrecht en dat ging aardig totdat ik naar Zwolle moest en toen was het gedaan. Dan toch maar weer bij het pompstation bellen want soms was dat nodig.

Waar je ook komt hier op Bali of elders in Indonesië…iedereen loopt met een mobieltje. Bellen doen ze nauwelijks….alleen maar sms-sen want dat is bijna gratis. Dus waarom bellen als dat duurder is. De afgelopen maand hebben we een reis gemaakt over een eilandengroep en overal dat mobieltje. We zaten met een mannetje of twaalf in een bus en daarvan hadden er tien het mobieltje stand-by in de hand want stel je voor dat er een sms’je binnenkomt en je zal het missen. De enige twee zonder de hand gevuld met dat ding waren wij. Bij ons zat ie gewoon in de tas met het risico dat we ‘m niet kunnen horen door de kogelharde bassmuziek. Nou jammer dan…morgen is ie de eerste.  Overal zie je ze met dat mobieltje…in de auto…op de motor…achterop de motor…geklemd tussen de helm….De enige plek waar ze dat ding niet gebruiken is in zee tijdens het badderen. Maar als het waterdichte exemplaar zijn intrede gaat doen is dat ook verleden tijd.

En iedereen komt één hand tekort want we hebben er toch twee om met die twee allerlei dingen vast te pakken. Hier op Bali hebben de meesten meerdere nummers want dan is de spreiding zo gemakkelijk. Ze hebben vrienden en vrienden.. De ene mag dat nummer bellen en de andere dat. En als er weer een aanbieding komt dan nemen weer een ander nummer want dan kunnen ze weer enige tijd gratis berichtjes versturen. En dan het liefst met een BlackBerry want anders hoor je er niet bij.