Afgelopen nacht hebben we geslapen in het huis van een onderwijzer in Seima. Toen we gistermiddag binnenstapten kwam de blauwe rook uit de "keuken" ons al tegemoet. Een eigen kamertje met een matrasje is onze slaapplek. Het viel ons al op dat het dunne houten wandje bekleed was met platgevouwen kartonnen dozen. Tijdens de bereiding van het avondeten werd het hele huis gevuld met rook vanuit de vuurput in de leefruimte. Als men niet buiten is dan zitten ze de gehele dag daar op het gedroogde gras.
De kartonnen dozen dienen om de rook vanuit de kookruimte tegen te houden. Maar desondanks zocht de rook alle kieren langs het karton op en slingerde zoch zo ook onze kamer binnen. Niet om uit te houden. Het enige wat we konden doen is het raam openzetten zodat de rook naar buiten kon. Dit hielp wel aardig. Selamat malam....wij gaan liggen.
Het is vijf uur en we horen al geluiden. Piepende deuren, de krakende vloer en kinderstemmen verhullen het begin van een nieuwe dag. Wij maken ons klaar voor de laatste kilometers. De rugzakken inpakken, de twee eieren met popmie naar binnen werken, de schoenen aan, de familie uitzwaaien en wegwezen. Het is zeven uur als we aan een akelig glibberige klim beginnen. Na een een uur en een kwartier waren we op het hoogste punt van vandaag. We doen onze ransels af en genieten. Penius laat zich achterovervallen en en wordt vijf minuten later weer wakker van zijn eigen gesnurk. We gaan weer verder. Nu is het dalen naar de Baliemrivier en dan naar de gele hangbrug. We naderen Sogokmo, we horen in de verte de knetterende uitlaten van de angkots en ojeks. De hangbrug is een makkie vergeleken met die van eergisteren. Aan het einde van de brug gaat het eerst steil en dan vals plat omhoog naar de geasfalteerde weg. Jeetje wat een raar gevoel dat asfalt en ook zo plat. Effe wennen weer. Rechtsaf nog een half uurtje naar de weggeslagen weg. Daar steken we de rivier over om aan de overkant het "public transport" te nemen naar de markt in Wamena. We zitten met twintig mensen in weer zo'n boevenwagen maar nu zonder tralies. Drie voorin, twee in de midden en de rest op de bankjes rondom. Het geurt naar uien en zweet. Een vrouw heeft net wat inkopen gedaan bij de rivier waar men hun zelfgekweekte groenten te koop aanbiedt. Er wordt gelachen als wij een selfie nemen. We zijn er! De drukke kleurrijke markt Wamena.
We nemen onze rugzakken op en lopen naar het einde van de straat. Daar nemen we vier "ojeks" die ons voor RP 10.000 pp naar het hotel brengen. Het was een fantastische trek. We geven Penius en Panus een schouderklop en dat was het! We leggen onze spullen op de kamer, we gaan eten en brengen de schoenen van Jacqueline naar een schoenmaker langs de kant van de weg. Om vijf uur opgehaald, keurig doorgestikt en wel.
Terug op de hotelkamer begint Jacqueline aan haar kuiten te krabben. Ze kijkt en ziet allemaal bultjes....het zijn vlooienbeten. We zijn er voor gewaarschuwd door twee Fransen in de homestay in Jayapura. Die kwamen jeukend en krabbend terug van een trek uit Wamena. Waarschijnlijk waren er vlooien of in de laatste slaapplek of in de boevenwagen waar op elkaar zaten. Panus zat stijf tegen Jacqueline aan. Zou onze drager de boosdoener zijn? We zullen het nooit te weten komen. Morgen weer een dag. Dan gaan we met Penius naar het noorden. Panus, de drager, gaat niet mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten