Het is in de droge tijd een saaie boel op de rijstvelden. De rijst wordt pas weer geplant als er voldoende water is en dat is als de regentijd daar is. De Balinezen in het dorp zeggen: “Als de R in de maand is komt er regen”. Tot die tijd wordt er zo links en rechts wat andere gewassen geteeld zoals waterspinazie, lange en groene boontjes. De lange bonen “kacang panjang” zijn ons bekend maar de groene Mungbonen wat minder. Deze Mungbonen zijn kleine gedroogde zaden van de Vigna Radiataplant. Deze kan je vergelijken met de de bruine bonen in Nederland die ook eerst grdroogd en geweekt moeten worden. Ze worden geplukt als de peul bruin is. Zijn ze nog groen dan blijven ze hangen. In de geplukte bonen zitten dan de kleine groene boontjes (zaden). Je kan ze koken en worden vaak in zoete gerechten gebruikt. Je kan ze ook laten kiemen om taugé te maken. Ze worden gebruikt in allerlei gerechten maar vooral in de pap (Bubur) die gemaakt is met kokosmelk en suiker. Een erg zoete bende waar de Balineze gek op zijn. “Manis” (zoet) en “pedis” (heet) dat is het maar van zout en zuur moeten ze niets hebben.
Bruin…en dan worden geplukt.Nog niet geschikt, die laten ze hangen
Bonenpluksters
Deze worden gedroogd en later geweekt voor de bereiding in gerechten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten