De rookpluimen van de Galungan ceremonies zijn weer opgetrokken waarbij de achtergebleven rotzooi de stille getuige is. Het gewone leven gaat weer verder dus is een ieder weer bezig met zijn dagelijkse ding. Ik zag vanmorgen Nyoman zitten op zijn terras en hij wenkte voor een bakkie Balinese prutkoffie. Zijn vrouw is helaas een jaar geleden overleden. Hij woont daar met zijn zoon, jongste dochter, schoondochter en twee kleinkinderen. Ik ga met afstand bij hem zitten. Hij geeft geld aan zijn jongste dochter en die gaat vers gebakken banaan in de warung halen. Vijf minuten later is ze al terug. Zijn schoondochter brengt de koffie terwijl zijn zoon Kadek met zijn dochtertje toelijkt. Nyoman verdient zijn roepias met verhuren van land en Kadek werkt op een grote zeetanker en is regelmatig vele maanden van huis voor een maandloon van 1.200 US Dollars wat voor Balinese begippen een stevig salaris is. Hij is wegens Corona teruggekeerd naar huis en is nu zonder werk. Ik weiger nooit als mij iets wordt aangeboden want dat vind ik een belediging maar “pisang goreng” op mijn nuchtere maag is geen goed idee want dat ligt mij bij de gehele dag als een rotsblok op mijn maag. Ik probeer het uit te leggen, Hij knikt want hij begrijpt het wel, denk ik, en geeft het plastic zakje met inhoud mee naar huis voor later. Na een klein half uur ga ik weer huiswaarts om me goed te doen aan een echt ontbijt: yoghurt met melk, dadels, honing en cornflakes. De “pisang goreng” heb ik onderweg weggegeven aan een “hongerige” familie.
Overal sporen van zijn kleinkinderen
De ingang van het erf
De oudste van de twee
Pak Nyoman met zijn jongste kleinkind
Geen opmerkingen:
Een reactie posten