Deze week staat weer volledig in het teken
van Hari Raya Galungan morgen op woensdag 10 februari. Dit is voor de Hindoe-Balinezen
de belangrijkste dag van het jaar.
Vóór
en ná Galungan zijn er een aantal bijzondere dagen.
3
dagen ervoor : Penyekeban = het koken van bananen om aan te bieden.
2
dagen ervoor : Penyajaan = het maken van "jaja" (gebakken
rijstcakes).
1
dag ervoor : Penampahan = slachten van "babi" (varkens)
1
dag erna : Manis Galungan = bezoek aan familie
10
dagen erna : Kuningan = gebeden en aanbiedingen in de tempel als de geesten
terugkeren naar de hemel.
11
dagen erna : Manis Kuningan = plezier maken.
Galungan
begint op de woensdag (buda) van Dunggulan. Dit is de 11e week van de 210 dagen
Pawukon kalender. Dit betekent dat er 2 vieringen per zonnejaar kunnen zijn.
De dorpelingen zijn al druk bezig met de
voorbereidingen zoals het maken van offertjes. Men vlecht de decoraties en
andere offerbenodigdheden van jonge flexibele
palmbladeren. Er wordt veel fruit ingekocht die men in gevlochten
mandjes naar de tempel brengt om na het gebed weer mee terug naar huis te nemen
om het weg te geven of zelf op te eten. Wayan, onze “pembantun” (hulp) gaat met
haar familie naar de 6 tempels die het dorp rijk is. Het bezoeken hiervan is
een dagvullende bezigheid. Tussendoor wat eten en slapen. De beste en de
mooiste sarongs, shirts, kabaja’s, udeng’s (hoofddeksel) worden uit de kast
getrokken want iedereen wil er op zijn mooist uitzien. De feestelijkheden
worden herkenbaar gemaakt bij de entree van het erf middels een “penjor” (een lange
bamboestok met decoraties.
Middels de “penjor” laat men ook zien wat
hun status is. De rijkste Balinezen zetten de grootste en meest gedecoreerde.
De feestelijkheden worden afgesloten op 20 februari. Dit is de dag van
Kuningan. Tussen Galungan en Kuningan wordt er wel wat gewerkt maar niet veel.
De scholen hebben deze periode vakantie. De feestelijkheden worden geopend met
het slachten van een varken (babi) in de vroege morgen. Dit gebeurt twee dagen
voor Galungan zodat de vrouwen twee dagen de tijd hebben om het varkensvlees te
bereiden. Om een uur of vijf in de morgen verzameld een kleine groep mannen
zich op het erf van een familie om het varken te verwelkomen. Het meest gewilde
varken is een zwart exemplaar. Nadat het varken in zijn hok aan een bamboestok
is gebonden wordt ie naar een plek op het middenterrein gebracht. Daar steekt
de opperslachter een groot mes in de hals van het varken. Na het leegbloeden
gaat men de harige huid verbranden met gedroogde palmbladeren die men als fakkels gebruikt. De huid wordt
geblakerd en men schraapt de huid schoon met een stuk scherp oude dakpan.
Helemaal vrij van haren begint men met het slachten. Niets van het varken wordt
weggegooid, alles wordt gebruikt in de bereiding. Als er een varken is geslacht
brengt onze hulp Wayan altijd een portie bereid vlees in een plastic zakje naar
ons huis. Bij het uitpakken kijken wij elkaar altijd weer aan met een blik van:
“Is het voor de hond of nemen wij ook wat?”. Wij zijn niet zo van het
varkensvlees en zeker niet met de wetenschap dat alles wat een varken in zich
heeft ook wordt gebruikt.
![]() |
de "babi" op weg naar zijn laatste adem |
Een varken van 100 kilo kost RP 2.500.000
(per kilo dus 25.000 en dat is 1,65 euro). Het vlees wordt betaald en gedeeld
door 20 personen. Dat is dus per persoon 5 kilo vlees voor de gehele familie en
dat is genoeg voor een feestmaal. Een heel klein portie vlees met veel witte
rijst, sambal en wat groenten voor een grote ceremonie. “Selamat Hari Raya Galungan”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten