Ik rij nog een klein stukje door voorbij het politiebureau en stuur mijn Suzuki het parkeerterrein op bij de toko waar ik mijn schroeven koop. De parkeerwachter knikt en ik stal mijn ijzeren ros onder een boom naast de anderen. Wij noemen deze parkeerwachter altijd “oogje” omdat zijn rechteroog troebel is en wij vrezen dan ook met grote vrees dat hij met dat oog heel weinig tot niets kan waarnemen.
de parkeerwachter |
Ik plant mijn helm op de rechterspiegel en ga de toko binnen. Bij “Kawi Jaya” is werkelijk van alles te koop. Vooral voor gereedschappen en aanverwante artikelen is dit een goed adres. Eén van de meisjes komt naar me toe en vraagt wat ik nodig heb. Ik leg haar uit dat ik 50 schroeven wil. Voor mijn en haar gemak heb ik een voorbeeld meegenomen. De schroeven worden uitgeteld en in een plastic zakje gedaan. Het uitgeschreven bonnetje wordt aan de baas doorgegeven die het controleert en uitrekent.
Voor de prijs wordt één van de vele mappen geraadpleegd want er wordt geen elektronische kassa
gebruikt. De tafel ligt vol met bonnetjes , boekjes, mappen en nog veel meer
papiertjes. Tegen het wegwaaien, als de ventilator op volle toeren draait,
liggen er overal moeren en andere ijzeren voorwerpen op de stapeltjes papier.
Ik moet afrekenen RP 6500. Ik ga naar buiten en neem de benenwagen naar de
dichtbijgelegen “pasar” om twee kilo Mangas Golek te kopen. Niet ver de markt
op zit een heel aardige vrouw die ook voor mij de normale prijs hanteert: RP
8000 de kilo. Met mijn twee kilootjes loop ik terug naar “oogje”, geef hem een
briefje van 1000 roepias want dit is de vaste parkeerprijs voor motoren, start
mijn motor, zet de helm op en ik ga rechtsaf en weer rechtsaf de hoofdweg op om
Negara te verlaten. Aan het einde van de hoofdstraat ga ik rechtsaf en stuur
een smal weggetje op naar de rijstvelden. Terwijl ik mijn helm afdoe en die aan
het haakje van het stuur hang, stort ik me in de prachtige natuur. Er is
vandaag weer veel beleving. Een klein stukje verderop loopt een eendenhoeder
die zijn groep eenden loslaat op een zojuist onder water gezet rijstveld. Eerst
de opruimende eenden erop en dan later wordt het omgeploegd en klaargemaakt
voor de nieuwe plant. Ik ga weer de twee bruggen over richting Yehkuning. Links
in de berm langs een gisteren aangeplant rijstveld staat een fiets, niet
blinkende van nieuwigheid, met aan het stuur een “capil”. De berijder van deze tweewieler wenst
blijkbaar niet mee te doen aan het gemotoriseerde verkeer.
Aan de rechterkant
zijn ze volop bezig met het planten van jonge rijstplantjes. Een tiental
werkers die de gehele dag met de kont omhoog vastgezogen staan in de
blubber.
Met respect sla ik dit tafereel van de hardwerkenden gaande.
Na een tiental minuten rij ik verder en ga twee keer rechtsaf en nog een
keertje links-en rechtsaf de poort door en ik ben weer thuis waar Madé me kwispelend op staat te
wachten. De lucht dreigt met donkere wolken maar ik ben op tijd binnen. Het begint te regenen. De koffie staat klaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten