Afgelopen week reden we weer eens door Sanur (Zuid-Oost
Bali) naar Denpasar. Het deed me denken aan mijn geboortedorp. Vreemd uiteraard
want wat moet mij nu aan het denken zetten op Bali aan mijn Hollandse roots. Ik
moest denken aan de werkers van de gemeentelijke plantsoenendienst. Ik kan me
nog heel goed herinneren dat deze mensen meer op de lange schrepel (een
schoffel met een lange steel) stonden te leunen dan dat ze aan het schoffelen
waren. Elke keer als er een bekende dorpsgenoot op de fiets langskwam…zo van
“mogge hoe is ie, lekker weertje vandaag?” dan werd er in de remmen geknepen
voor een praatje en werd de lange schrepel onder de oksel geplant om zodoende
voldoende steun te hebben tijdens de dorpsbabbel.
Langs de weg in Sanur staan veel werkers met niet meer dan
een platte schop. Zij wachten, elke dag weer, totdat er een vrachtauto stopt om
deze werkers op te pikken om elders de vrachtwagen met zand of ander los spul te
lossen. Deze mensen worden per los-en of laadklus betaald. Eerst vroeg ik me
eigenlijk af waarom zo’n vrachtwagenbedrijf geen kiepauto’s heeft rijden. Heel
simpel: deze werkers zijn veel goedkoper dan het verschil tussen aanschaf van
een niet-kiepende en een wel-kiepenede
truck. En er wordt werkgelegenheid gecreëerd.
En uiteraard worden er afspraken gemaakt onderling in de groep
wachtenden scheppers. Zeg maar: ieder
zijn deel. Gedurende de tijd dat ze langs de weg zitten te wachten wordt
er flink gesleuteld aan het sociale netwerk. Het enige verschil is met de
plantsoenendienst in het Hollandse dorp dat ze niet staande op de schop leunen
maar op hun hurken zitten onder een boom met de schop ernaast in de aanslag. De
schop…voor deze Balinezen een dierbaar bezit!
![]() |
geduldig wachten op een vrachtje |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten