Translate our blog in your language.

Japan Kanto and Tohuku

Japan Kanto and Tohuku
Onze reis naar Noord Japan: Tokyo-Kanto-Tohuku (klik op de foto)

Wie zijn wij?

Wie zijn wij?
Wij zijn Henk en Jacqueline en wonen sinds 2012 op Bali. Wij gaan graag op ontdekkingsreis in Indonesie en andere landen in Azie

Welkom op ons blog

Welkom op ons blog

Aantal pageviews t/m vandaag

Aantal pageviews t/m vandaag

Totaal aantal pageviews t/m vandaag

Hot news

Een mijlpaal: Woensdag 23 december 2020
300.000 vieuws.

Translate our blog in your language

vrijdag 16 januari 2015

Masohi

16 jan. 2015
We verlaten het prachtig gelegen Sawai. Gisteravond hebben we al betaald. De baas PakAli was er niet maar zijn zoon gaf ons het bonnetje waarop stond 3 1/2 nacht. We kwamen daar aan met de kano om half vijf in de ochtend en daar rekent hij een halve nacht (RP 250.000) voor. We leggen de jongen uit dat we dat niet doen en dus betalen we 3 nachten. Hij begrijpt het glimlachend en wij betalen drie nachten. De Kliang is een Toyota Avansa geworden. Een auto waarbij men per stoel betaalt noemt men hier altijd een Kliang. Om half acht stond de chauffeur voor onze neus maar voordat we vertrokken was het een vijftien minuten later. Jam karet. Wij zaten comfortabel op de achterbank. Op de voorstoel nam een jonge vrouw plaats met haar 4 maanden oude baby. Dit kleine murmel droeg nu al hoofddeksel zijnde een soort voorloper van de hoofddoek, zeer geschikt om mee te doen met de hoedenparade op Prinsjesdag. Menig politica zou jaloers kunnen worden op zo'n hoofdtooi.
We rijden heel langzaam over de smalle strook beton in het dorp Sawai. Hier en daar stopt hij om een kartonnen doos, een plastic zak of een enveloppe voor de post mee te nemen naar Mansohi. De bagageruimte zit vol en we gaan. Na een paar kilometer stopte hij weer. Een op het oog oudere man staat te wachten en vraagt: "Mansohi"? De chauffeur knikt en de man gebaart mij op te schuiven naar het midden. Ik ben niet zo moeilijk dus ik schuif op en kom bovenop een stang tussen de twee achterbankstoelen te zitten. Zó...dat wordt een feest gedurende drie uur. De man wilde persé naast mij. Hij is moslim en dan staat blijkbaar het geloof niet toe om naast een vreemde vrouw te gaan zitten. Later in een gesprek blijkt dat hij 53 jaar is, twee vrouwen heeft....dat mag wel....en dat hij regelmatig een vriendin opzoekt....dat mag wel en hij heeft zeven kinderen...dat mag altijd. Vreemdgaan is heel gewoon maar naast een onbekende vrouw zitten dat kan niet maar misschien liggen wel. We weten het niet, en we willen het ook niet weten, het zal wel. Nu weten we ook waarom die man op de heenreis in de bus naar Sawai ook niet naast een vrouw wilde zitten en daarom een plastic krukje kreeg voor het gangpad. De afgelopen dagen hebben we al ontdekt dat het doeriantijd is. Ook in de auto ruiken we met regelmaat die rotlucht. En wij maar denken dat het van buiten komt. Nee hoor, in de bagageruimte van de auto ligt een kartonnen doos die is meegegeven door een dorpeling. In deze doos zit niet alleen een doerian maar ook een legertje kleine zwarte mieren. "Jac. krab eens op mijn rug want er zit er weer eentje". We rijden al anderhalf uur met die meurende vrucht en we doen een kleine stop. Lekker, frisse lucht! Voor mij een geschenk uit de hemel want mijn achterwerk voelt alsof ik uren op een half afgebroken reling van een brug heb gezeten. Na een klein kwartiertje, de baby heeft weer een schone broek gekregen, gaan we weer. Nog anderhalf uur te gaan. De gevoelloosheid van mijn zitvlak neemt weer toe. Door wat heen en weer te schuiven en proberen te slapen hebben we de eindbestemming bereikt. Wij hebben een prijs te horen gekregen van RP 125.000 pp. Eerst stapt de vrouw met de baby uit, betaalt RP 100.000 en later stapt ook de man uit en betaalt ook RP 100.000. We geven aan dat we bij Penginapan Irene willen slapen. Hij stopt daar en wij stappen uit. Ik betaal hem RP 200.000 en zeg dat dit de lokale prijs is. Een glimlach ontvouwt zich en hij neemt het geld aan zonder iets te zeggen. En weer hebben ze geprobeerd ons meer te laten betalen dan de lokale bevolking. Jacqueline gaat even een kijkje nemen bij de kamers en ik laat de bloedsomloop van mijn zitvlak weer op gang komen en neem onze rugzakken uit de auto. De mieren zitten gelukkig alleen aan de buitenkant.  Met een spuitbus hebben we ze geëlimineerd. 
De doos met die stinkende doerian werd meteen op straat gezet. De mieren werden er afgeslagen en hij werd weer teruggezet in de auto voor verdere aflevering. De kamer voor één nacht is acceptabel. RP 154.000 met fan en mandi. En wat we nog niet eerder op deze reis meegemaakt hebben is dat we ons moeten laten registreren bij de Politie. Dit kost RP 20.000 per persoon. Als dit niet gebeurt en het Guesthous krijgt controle, moeten ze een boete betalen van RP 1 miljoen. Uiteraard willen wij geen problemen veroorzaken en geven een kopie van ons paspoort en KITAS (Visum). Een meisje van het Guesthouse regelt het voor ons. Na een bordje lekker eten in een Rumah Makan aan de overkant zijn we teruggelopen voor de dagelijkse siesta. Morgen om 06.30 uur nemen we de  public speed naar Ihamahu op Pulau Saparua.
Een laatste blik op drie vrouwen uit Sawai. Zij blijven zitten en wij gaan weer.
Onder: een mooie voor de hoedenparade

Geen opmerkingen:

Een reactie posten